Na de uitvoering van het succesvolle pilotproject aan de oostkant van het gebied, is een gebied van 225 hectare op de schop gegaan. In totaal is ongeveer een miljoen kubieke meter klei afgegraven. Een groot deel is gebruikt voor versteviging van de dijken. Een kleiner deel is via de Maas afgevoerd richting de fabrieken voor dakpannen en bakstenen.
De nevengeulen zijn perfecte kraamkamers voor allerlei vissoorten. De jonge visjes vinden hier beschutting tussen de waterplanten en wilgenwortels en er is een overvloed aan voedsel. Dit trekt weer allerlei visetende vogels aan, waaronder aalscholver en grote zilverreiger. De ooibosrijke oevers vormen bovendien geschikt leefgebied voor de bever.