Interessant is dat het rapport vermeldt (bij tabel 2.17) dat, naast hout en papier, juist ook baksteen en keramische dakpannen een groot aandeel hernieuwbare input kennen. Deze zorgen er samen voor dat 6% van de totale benodigde materialen uit hernieuwbare input bestaat. Het bevestigt het hernieuwbare karakter van klei uit de grote rivieren als hernieuwbare grondstof!
De herkomst van grondstoffen en hun verwerking aan het einde van de levenscyclus is van groot belang voor de monitoring van de transitie naar een circulaire economie. Eén van de routes naar een circulaire bouwsector is immers een toename van het gebruik van hernieuwbare grondstoffen en eindige grondstoffen uit secundaire bronnen, in plaats van het gebruik van eindige grondstoffen uit primaire bronnen.
Betreffende het gebruik van secundaire bronnen geeft de studie het belangrijke inzicht dat voor de nieuwbouw, renovatie en onderhoud van gebouwen veel meer materiaal nodig is dan vrijkomt door sloop en vervanging. Deze onbalans bedroeg voor het peiljaar 2014 ruim een factor 2. In de toekomst blijft dat verschil bestaan, al neemt het naar verwachting iets af. Hergebruik van materiaal blijft dan ook beperkt, voor (theoretisch) maximaal 41 procent in 2014 oplopend naar 59 procent in 2030.
De studie maakt, dat het Transitieteam Circulaire Bouweconomie inzet op volledig circulair bouwen waarvoor zowel vermindering van materiaalgebruik nodig is, als hoogwaardig hergebruik en het inzetten van hernieuwbare grondstoffen. Op basis van analyse van beschikbare data hebben de onderzoekers ook een doorkijk gemaakt naar het jaar 2030.